Week van de Zaanse Ondernemer: op bezoek bij Olam

Week van de Zaanse Ondernemer: op bezoek bij Olam Food Ingredients


“We kunnen dit niet zonder elkaar!”


3 oktober 2022
Sinds in 1911 midden in het weidse Zaanse landschap de eerste fabriek van Cacao de Zaan werd geopend, heeft het bedrijf meerdere namen en eigenaren gehad. Het tegenwoordige Olam Food Ingredients (OFI) staat het midden in de stad en is nog steeds één van de grootste cacaoverwerkers ter wereld. Tijdens de Week van de Zaanse Ondernemer had wethouder Economie en Arbeidsmarkt Stephanie Onclin in Koog aan de Zaan een boeiend gesprek over agrifood, verduurzaming en talentontwikkeling.

“Als je in de supermarkt een rol Oreo’s koopt, is de kans groot dat de grondstoffen van de zwarte koekjes hier uit de fabriek komen”, zegt Eric Nederhand. Hij is sinds twee jaar Director Government Relations Europe bij OFI. Daarvoor was hij jarenlang verantwoordelijk voor de fabrieken in Koog aan de Zaan en Wormer en gaf hij leiding aan ongeveer 500 medewerkers. Niet alleen in Zaanstad is OFI een speler van formaat. Nederhand: “Als bedrijf zijn we aanwezig in 48 landen, hebben we 15.000 mensen in dienst en werken we samen met ongeveer 2,6 miljoen boeren. OFI is overal. Mensen realiseren zich niet dat OFI vaak onderdeel uitmaakt van hun dagelijks leven. Want veel grondstoffen van de chocola, koffie, noten, kruiden of zuivel in hun keukenkastje of koelkast, komt uit onze fabrieken.”

Verantwoordelijkheid

Mooie cijfers die de kracht van de Zaanse industrie laten zien, vindt wethouder Onclin. Maar een bedrijf van deze omvang heeft ook een grote verantwoordelijkheid naar haar omgeving. Hoe kijkt men daarnaar? “Onze twee grootste aandeelhouders gaan niet voor winst op korte termijn, maar zijn lange-termijn investeerders”, vertelt Nederhand. “Zij ondersteunen ons in het behalen van doelstellingen op sociaal gebied en op het gebied van duurzaamheid. Wij monitoren voortdurend onze impact op de plaatsen waar we aanwezig zijn. Dat geldt voor onze fabrieken, maar ook voor de landen waar we onze grondstoffen kopen.”

Duurzame keten

Dat het bedrijf oog heeft voor haar omgeving, komt goed naar voren uit het Cocoa Compass rapport dat Nederhand aan de wethouder presenteerde. Zo zijn 100% van de cacaobonen die het bedrijf inkoopt direct terug te leiden tot een boerderij of gemeenschap in de directe toeleveringsketen. Daarnaast werkt OFI aan het verbeteren van het inkomen van de boeren tot een leefbaar inkomen. Nederhand: “Wij halen veel van onze grondstoffen uit  landen in West-Afrika, Zuid-Amerika en Azië. De boeren in de originelanden moeten ervan kunnen profiteren. Ze moeten een inkomen hebben waarvan ze kunnen leven. Dat versterkt hun lokale gemeenschappen.”

Investeren in kennis

In de originelanden is het niet ongebruikelijk dat kinderen meewerken op de plantage. Door het niet duurzaam verwerken van grondstoffen in die landen vindt bovendien ontbossing en verlies aan biodiversiteit plaats. De bedrijven in de toeleveringsketen nemen hun verantwoordelijkheid om dit te verbeteren. Nederhand legt uit dat het vergroten van de opbrengst per vierkante hectare belangrijk is om een duurzame toeleveringsketen te krijgen. “Daarom delen we bijvoorbeeld kennis en trainen we boeren in het gebruik van organische pesticiden en meststoffen, in snoeitechnieken en in het planten van andere gewassen naast cacao.”

Duurzaamheid op locatie

De verduurzaming van de industrie staat in Zaanstad hoog op de politieke agenda. De voedselindustrie is een speerpuntsector die van economisch belang is en veel werkgelegenheid oplevert. Maar de bedrijven staan midden in de stad en hebben impact op de leefomgeving. Welke maatregelen nemen jullie hier in Zaanstad, in het kader van duurzaamheid?” vraagt de wethouder. “Om te beginnen kopen wij onze elektriciteit 100% groen in”, vertelt Nederhand. Hij is ook trots op de nieuwe stoomketel die sinds vorig jaar in gebruik is: “Tachtig procent van de stoom voor onze fabrieken komt uit een ketel die wordt gestookt op cacaodoppen. Een circulair restproduct dus. Er is hierdoor geen externe aanvoer van hout of biomassa noodzakelijk. Met deze nieuwe installatie gebruiken we zo’n zeven miljoen kuub minder aardgas. Dat is vijftig procent van ons totale aardgasverbruik. En we besparen twaalfduizend ton CO2-uitstoot op jaarbasis.”

Verder verduurzamen

Wethouder Onclin is blij met de tot nu toe getroffen verduurzamingsmaatregelen. Ziet het bedrijf nog meer kansen om verder te verduurzamen? Nederhand is positief: “Sinds 2021 hebben we onze ammoniak uitstoot met vierentachtig procent omlaag gebracht, een investering in thermische naverbranders die zeven miljoen euro heeft gekost. De resterende zestien procent proberen wij de komende twee jaar op te lossen.” Een ander project waar OFI aan mee doet is Vaart in de Zaan. Nederhand: “Het project Vaart in de Zaan houdt in dat we willen onderzoeken hoe we onze eindproducten niet via vrachtwagens maar met schepen via de Zaan kunnen afvoeren. Daarmee kan de uitstoot van CO2 en het aantal vrachtwagenbewegingen in de Zaanstreek verder naar beneden.” Ook zet hij zich in voor het samenwerkingsverband Zaanstad Maakstad waarin de grootste industriële bedrijven samenwerken aan een duurzamer industrie. “Met het verduurzamen van deze bedrijven, kun je echt impact maken in de stad.”

Talent vinden

Nederhand’s collega Marjan Beijer is eindverantwoordelijk voor het aantrekken van talent. Dat wordt een steeds grotere uitdaging: “Gemiddeld zijn onze medewerkers in de fabriek 48 jaar oud met 27 dienstjaren.” Een hoge gemiddelde leeftijd betekent een continue uitstroom van mensen met veel kennis en ervaring. Beijer probeert met haar team die lege plekken op allerlei manieren weer in te vullen: “We nodigen studenten uit om hier een dag in de week of in vakanties te komen werken. Dan maken ze alvast kennis met het bedrijf. Zo proberen we ze aan ons te binden. Als ze klaar zijn met hun opleiding hopen we dat ze hier willen blijven werken. Voor HBO-rs en academici hebben we traineeships en MBA-trajecten. We halen ze binnen en ontwikkelen ze in een jaar of vijf naar het gewenste niveau.”

Medewerkers binden

Niet alleen het vinden van personeel vraagt de nodige inzet. Ook het binden van personeel krijgt veel aandacht. Beijer: “Het belangrijkste is het geven van aandacht, waardering uitspreken en mensen betrekken bij de doelstellingen van het bedrijf. De rol van de eerstelijns manager is essentieel. Als een leidinggevende aandacht heeft voor de medewerker en die zich gezien en gehoord voelt, dan is hij gelukkig en daardoor productief. En we doen er natuurlijk alles aan om onze medewerkers inzetbaar te houden!”

Techlands

OFI realiseert zich dat het personeelsvraagstuk steeds moeilijker wordt. Eric Nederhand wil zijn rol als voorzitter van Stichting Techlands gebruiken om daar iets aan te doen. “We roepen als bedrijven al heel lang dat het moeilijk is om aan goed personeel te komen. Maar als we het roepen, moeten we er ook iets aan doen. Bij Techlands zitten we met de juiste vertegenwoordigers aan tafel en daardoor maken we nu slagen. We kijken met elkaar naar het curriculum van het onderwijs en passen dat waar nodig aan. We bedenken programma’s om zij-instroom te bevorderen van mensen uit andere sectoren of vanuit een uitkering. En we bieden maatwerk als het gaat om bijscholing van personeel van onze bedrijven. Bedrijfsleven, onderwijs, private opleiders, gemeente en Provincie werken intensief samen en hebben allemaal een belangrijke rol. We kunnen dit niet zonder elkaar!”

Foto van wethouder Onclin bij OlamWethouder Onclin krijgt uitleg van operationeel manager Joost Van der Hoogte. Rechts Eric Nederhand.

Foto van wethouder Onclin bij de stoomketel van OlamBij de nieuwe op cacaodoppen gestookte stoomketel

Hoog contrastToegankelijkheidsverklaringGa naar Zaanstad.nl